Hoe zit het met fosfaatrechten bij bedrijfsoverdracht?
De overdracht van een melkveehouderij kan gevolgen hebben voor jouw fosfaatrechten. Wanneer jij als landbouwer tussen 2 juli 2015 en 1 januari 2018 een bedrijf hebt overgenomen, kun je een verzoek doen om het aantal fosfaatrechten op te hogen met het fosfaatrecht dat voor het beëindigde bedrijf zou zijn vastgesteld wanneer dit bedrijf door zou gaan. Is het bedrijf voor een deel overgedragen in de genoemde periode? Dan moet op het formulier Melding verdeling brongegevens voor de fosfaatrechten (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) aangegeven worden hoe het zit met de verdeling van de productie-eenheden en de brongegevens van het bedrijf.
Gaat het om een bedrijfsovername na 1 januari 2018? Dan dien je de bedrijfsoverdracht allereerst te melden bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Wanneer je dit gemeld hebt, is het mogelijk om fosfaatrechten over te dragen. Het is ook mogelijk om te kiezen voor een gedeeltelijke bedrijfsoverdracht. Jij kunt er dan ook voor kiezen om niet alle fosfaatrechten over te dragen, maar slechts een klein deel.
Bij de overdracht van fosfaatrechten moet je wel rekening houden met een afroming van twintig procent. Dit percentage is met ingang van 13 juni 2019 met tien procent verhoogd. De afroming geldt zowel voor de overdracht van losse fosfaatrechten als voor de overdracht van fosfaatrechten bij bedrijfsoverdrachten of splitsingen. Er is geen sprake van afroming in het geval van erfopvolging en overdracht aan een persoon waarmee bloed- of aanverwantschap bestaat in de eerste, tweede of derde graad. Ook wordt er geen twintig procent afgeroomd in het geval van de vorming van een man-vrouwmaatschap, man-vrouw-VOF of man-vrouw-CV. Zijn de fosfaatrechten eerder dit kalenderjaar overgedragen naar een bedrijf en worden ze weer overgedragen naar de eerste eigenaar? Ook dan vindt er geen afroming plaats.
Hoeveel melkvee mag ik houden na de invoering van het stelsel van fosfaatrechten?
Met ingang van 1 januari 2018 werken we in Nederland met het fosfaatrechtenstelsel. Dit stelsel zorgt ervoor dat de productie van fosfaat door melkveehouderijen binnen de perken blijft. Iedere melkveehouder heeft, op basis van het aantal koeien en de melkproductie in 2015, een bepaalde hoeveelheid fosfaatrechten toegekend gekregen. Deze rechten geven aan hoeveel fosfaat jouw melkvee per kalenderjaar mag produceren. De productie van mest wordt uitgedrukt in kilogram fosfaat. Produceer jij meer mest dan is toegestaan volgens het aantal fosfaatrechten dat jij bezit? Dan kan dit gevolgen hebben voor de hoeveelheid melkvee in jouw bedrijf.
Om te bepalen hoeveel melkvee jij mag houden, moet je allereerst weten hoeveel melk jouw vee jaarlijks produceert. Voor jongvee en melkkoeien worden andere maatstaven gebruikt. Wanneer je dit in kaart hebt, kun je een kijkje nemen in de tabellen van het Mestbeleid 2019 – 2021. Dit beleid is opgesteld door de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. In deze tabellen kun jij aan de hand van de melkproductie in kilogram melk per koe aflezen hoeveel fosfaatrechten jij moet hebben. Aan de hand van dit aantal fosfaatrechten weet je hoeveel melkvee je mag houden na invoering van het fosfaatrechtenstelsel. Wanneer jij meer melkkoeien hebt dan in 2015 het geval was, is de kans groot dat je niet voldoende fosfaatrechten hebt. De hoeveel fosfaat per melkkoe is in dat geval namelijk gestegen. Dit betekent dat je meer fosfaatrechten moet hebben om de veestapel intact te houden.
Kan ik fosfaatrechten fiscaal afschrijven?
Ja, het is mogelijk om fosfaatrechten fiscaal af te schrijven. Dit is te lezen in een kamerbrief van Carola Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van 16 november 2017. Het gaat in dit geval niet om de fosfaatrechten die bij de invoering van het fosfaatrechtenstelsel zijn toegekend aan melkveehouders. Het is alleen mogelijk om fosfaatrechten fiscaal af te schrijven die aangekocht zijn. Dit is onder meer mogelijk doordat de voorlopig einddatum van het fosfaatrechtenstelsel is vastgesteld op 1 januari 2028. Daarnaast hebben LTO Nederland en VLB, de vereniging van accountantskantoren, overeenstemming bereikt met de belastingdienst over dit onderdeel.
Heb ik voor zeldzame rassen ook fosfaatrechten nodig?
Er is over fosfaatrechten rondom zeldzame rassen nog erg veel onduidelijkheid. Veel melkveehouders denken namelijk dat fosfaatrechten niet benodigd zijn voor zeldzame koeienrassen. Dit is echter wel degelijk het geval. Ondanks verwoede pogingen van de Stichting Zeldzame Huisdieren (SZH) om dit te voorkomen, zijn melkveehouders met zeldzame koeienrassen niet vrijgesteld van fosfaatrechten. Dit is al het geval sinds de invoering van het fosfaatrechtenstel op 1 januari 2018. Heb jij zeldzame koeienrassen zoals de Fries Hollandse, Fries roodbonte of de Lakenvelder in jouw bedrijf? Dan moet je voor de mestproductie van deze koeien dus ook gewoon fosfaatrechten hebben.
Overdrachtsformulier fosfaatrechten: waarom is er verschil tussen fosfaatrechten 2018 en fosfaatrechten 2019?
De oplettende melkveehouder onder ons is vast al opgevallen dat er verschil zit tussen de hoeveelheid fosfaatrechten in 2018 en 2019. Lang niet iedereen weet waar dit verschil vandaan komt. Dit heeft te maken met het overnemen van fosfaatrechten. Wanneer jij in 2018 fosfaatrechten hebt overgenomen van een andere partij, kun je deze datzelfde jaar nog niet volledig benutten. Dit komt doordat de persoon van wie jij de rechten overneemt voldoende fosfaatrechten moet houden voor zijn eigen veestapel. Met ingang van het kalenderjaar 2019 kun jij wel gebruikmaken van alle rechten. Hierdoor kan er dus verschil zitten in de fosfaatrechten 2018 en fosfaatrechten 2019. Iets om in je achterhoofd te houden dus wanneer jij fosfaatrechten gaat kopen!
Wanneer zijn fosfaatrechten voor jongvee tot 1 jaar nodig?
Op het gebied van jongvee tot 1 jaar heeft niet iedere melkveehouder helder in beeld wanneer fosfaatrechten nodig zijn en wanneer niet. Jij moet fosfaatrechten voor jongvee tot 1 jaar hebben wanneer het een kalf van een melk- of kalfkoe betreft. Het gaat in dat geval om jongvee dat deel uit gaat maken van de melkveehouderij of een vrouwelijk opfokkalf voor de vleesveehouderij. Indien het kalf ouder is dan 14 dagen maar later geen melk-, kalf- of zoogkoe of fokstier wordt, zijn geen fosfaatrechten benodigd.
Er zijn tevens fosfaatrechten nodig voor een kalf dat jonger dan 1 jaar is en afkomstig is van een zoogkoe. Vanaf de geboorte is dit jongvee voor de melkveehouderij of vrouwelijk opfokkalf voor de vleesveehouderij als het bestemd is om later melk-, kalf- of zoogkoe of fokstier voor de melkveehouderij te worden.
Welke bewijsstukken stuur ik op om te laten zien dat een dier dat niet heeft gekalfd na de peildatum 2 juli 2015, toch bestemd was om zoogkoe te worden?
Melkveehouders insemineren koeien geregeld om hen tot zoogkoe te maken. Het insemineren van een koe betekent echter niet dat er ook altijd een kalf geboren wordt. In de meeste gevallen gebeurt dit wel, maar zeker niet altijd. Zo kan het voorkomen dat een koe niet drachtig wordt. Daarnaast kan er een andere reden zijn waarom een koe niet gekalfd heeft. In dat geval is er ook geen sprake van een zoogkoe. Dit heeft gevolgen voor de fosfaatproductie binnen jouw melkveehouderij.
Wanneer een koe na de peildatum 2 juli 2015 niet gekalfd heeft, moet jij dit bewijzen aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Dit doe je door bewijsmateriaal aan te leveren. Stuur bijvoorbeeld de factuur van de inseminator op waar ook de datum van inseminatie op vermeld is. Voeg de koekaart bij, zodat duidelijk is dat het om de koe in kwestie gaat en niet om een andere koe. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland houdt rekening met andere dieren die rond dezelfde datum zijn geïnsemineerd en wel hebben gekalfd. Het wordt aangeraden om ook bewijsmateriaal mee te leveren waaruit blijkt dat andere koeien in dezelfde periode zijn geïnsemineerd.
Ik schaar dieren (waarvoor ik fosfaatrechten nodig heb) uit naar gronden in het buitenland. Tellen deze dieren tijdens de uitschaarperiode mee voor mijn fosfaatproductie?
Sommige melkveehouders laten een deel van hun melkvee grazen op gronden buiten Nederland. Voornamelijk melkveehouders die in de grensstreken van ons land wonen doen dit. Geregeld stellen krijgen wij de vraag of deze dieren meetellen in de fosfaatproductie van hun bedrijf. Nee, het uitscharen van dieren buiten de landsgrenzen van Nederland telt niet mee voor de fosfaatproductie van jouw onderneming. Dit komt omdat de dieren in kwestie op dat moment namelijk niet op het bedrijf in Nederland gehouden worden. Jij hoeft overigens ook geen fosfaatrechten te hebben wanneer jij jouw melkvee laat grazen op grond van iemand anders in Nederland, bijvoorbeeld grond van een buurman. De eigenaar van de grond is in dat geval verantwoordelijk voor de juiste hoeveelheid fosfaatrechten.
Haal jij de dieren weer terug van het buitenland naar Nederland? Dan telt het vee uiteraard wel gewoon weer mee voor de fosfaatproductie van jouw bedrijf. Zorg er daarom altijd voor dat je over voldoende fosfaatrechten beschikt alvorens jij de dieren terughaalt naar Nederland.
Heb ik voor een melkkoe die ik niet meer melk en ga afmesten nog fosfaatrechten nodig? Vanaf welk moment heb ik dan geen fosfaatrechten meer nodig? En hoe toon ik aan dat een koe is afgemest?
Er zijn veel melkveehouders in Nederland die melkkoeien gaan afmesten. Sommige melkveehouders denken dat zij hier fosfaatrechten voor moeten hebben, terwijl anderen denken dat dit niet nodig is. Voor een koe die jij gaat afmesten en die niet wordt gemolken in de mesttijd en de periode daarna, heb jij geen fosfaatrecht nodig. Deze regeling gaat in op het moment dat jij jouw koe daadwerkelijk afmest. Het moet feitelijk aantoonbaar zijn dat een koe afgemest wordt, zodat er geen discussie kan ontstaan omtrent de fosfaatrechten.
Het kan zijn dat jij de melkkoe ten tijde van het afmesten of daarna nog wel melkt. Wanneer dit het geval is, moet jij voor de gehele periode dat de koe op jouw bedrijf verblijft fosfaatrechten hebben. In dat geval valt de koe namelijk onder diercategorie 100. Dieren die in deze categorie vallen zijn namelijk bestemd voor de melkveehouderij en dan zijn er fosfaatrechten nodig.
Moet een hobbyboer fosfaatrechten hebben?
Vaak wordt gedacht dat iedereen die melkvee bezit ook over fosfaatrechten moet beschikken. Dit is inderdaad het geval wanneer je een melkveehouderij hebt om de kost mee te verdienen. Als hobbyboer hoef je echter geen fosfaatrechten te hebben. Een particulier houdt namelijk geen melkvee voor gebruiks- of winstdoeleinden, maar alleen voor eigen gebruik. Deze voorwaarde voor hobbyboeren ging al in bij de peildatum voor de fosfaatrechten (2 juli 2015), maar gold ook bij de invoering van het fosfaatrechtenstelsel in 2018. Momenteel is het nog steeds zo dat je als hobbyboer geen fosfaatrechten hoeft te hebben voor jouw melkvee.
Er zitten echter wel een aantal voorwaarden aan het hobbymatig bezitten van melkvee. Zo mag de totale mestproduct van jouw melkvee maximaal 100 kilogram fosfaat per kalenderjaar zijn. Produceren jouw koeien meer dan 100 kilogram fosfaat per kalender jaar? Dan overtreed je de Meststoffenwet. Bij vaststelling van deze overtreding kun je een boete verwachten. Als hobbyboer is het daarom belangrijk om de mestproductie van jouw melkvee goed in de gaten te houden. Dit ben je overigens verplicht. Ook als hobbyboer moet je namelijk de inzet van de dierlijke mest die jouw koeien produceren vastleggen in de administratie.